
Hoor jij voetbalcommentatoren wel eens zeggen: 'We gaan de rust in met een brilstand?'
En was 'Love Game' niet een hit van Lady Gaga of Schmutz? Maar met tennis heeft dat toch überhaupt niets te maken? Of nog gekker: waar heeft die wielrenner nu weer een gat geslagen? Is dat niet eerder iets voor bouwvakkers? En hoe komt het dat de koploper op een fiets zit in hemelsnaam?


Bepaalde woorden of termen worden enkel gebruikt binnen een bepaald vakgebied. Soms worden ze ook binnen andere vakgebieden overgenomen, maar dan krijgen ze vaak een heel andere, specifieke betekenis. Het gaat dan om woorden die enkel in een bepaalde context gebruikt worden. We spreken in dat geval over vaktaal of jargon.
Vaktaal of jargon is het taalgebruik binnen een vakgebied of een beroep. Vaktaal is moeilijk te begrijpen voor mensen die buiten dat bepaalde vakgebied of domein staan. De vaktermen blijven immers vaak in hun eigen vakkring 'opgesloten'. Soms dringen de woorden ook door tot het algemeen taalgebruik. Vaak krijgen ze dan een figuurlijke betekenis. Een voorbeeld: 'mijn plannetje valt in duigen' betekent 'mijn plan mislukt, werkt niet' (figuurlijk taalgebruik). Een 'duig' is een gebogen zijlat van een een houten vat; een tonnenmaker gebruikt duigen om houten vaten te maken (letterlijk taalgebruik).
Vaktalen komen in verschillende geledingen van de maatschappij voor. Zo herkennen we onder andere de vaktaal van de sport:
- voetbal: elfmeter, hoekschop, off-side...
- wielrennen: een gat slaan, peloton, koploper, een pijl verschieten...