Verantwoording

Leerlingen in de derde graad TSO staan voor een belangrijke stage in hun eindgraad. In het kader van die stage wordt een sollicitatie georganiseerd. Wanneer je je leerkracht of baas aanspreekt, doe je dat uiteraard op een andere manier dan wanneer je tegen een klasgenoot of collega spreekt.

De lessen rond taalstijl en taalregister dragen ertoe bij dat de leerlingen het onderscheid kunnen maken tussen formele en informele situaties. Op die manier weten ze voor welke register ze in welke situatie moeten kiezen.

Daarnaast wordt ook het formele register uitgediept. De leerlingen krijgen aangeleerd hoe ze een formele e-mail en/of brief moeten schrijven.

Ze krijgen dus naast theorie ook enkele vaardigheden mee, die hen helpen op hun stageplaats en wanneer ze op zoek gaan naar werk later.

Deze blog is zo opgevat, dat hij het werkboek volgt en aanvult. Hij lijst de hoofdgedachten van het werkboek nogmaals op. De leerstof leent zich uitstekend tot een OLG tussen leerkracht en leerlingen. Je kan als leerkracht immers meteen vertrekken vanuit berichten die jij van leerlingen ontvangen hebt...

Het leerplan Nederlands voor de derde graad, lijst ook enkele doelstellingen op met betrekking tot taalstijl en taalregister. Hieronder worden de kerngedachten uit het leerplan opgelijst:

  p 4

Taalkarakteristieken

Taalleraren kennen het verschijnsel van de jongerentaal meestal wel goed. Daarbij stel je als leraar ook vast dat tieners onder elkaar niets liever lijken te doen dan met elkaar praten, zelfs schrijven (ook en vooral via een digitale weg). Vaak drukken ze zich vaag en benaderend uit, met een sterk impliciet appel aan de goede wil van de luisteraar of lezer (ontvanger) om hen toch maar te begrijpen.

Het komt er voor de leerlingen op aan dat ze naast hun informele, typische jongerentaal ook andere, daarvan afwijkende registers van het Nederlands leren te beheersen. Het is uiterst belangrijk dat ze leren wanneer ze welk register zullen inzetten.

In dit verband schieten de moderne auditieve media wel eens te kort: het lijkt er sterk op dat in bepaalde programma’s een taal gebruikt wordt die ze zo sterk mogelijk op die van de leerlingen willen doen lijken. Zoals zo dikwijls het geval is, ligt het begin van de ‘genezing’ vaak in de ontdekking van de kwaal. Het lijkt alleszins zin te hebben om leerlingen door middel van goed taalbeschouwelijk onderwijs de kenmerken van hun eigen en andermans taalgebruik te leren ontdekken en erop te leren reflecteren. Voor bepaalde groepen ligt daar ook de uitnodiging en de uitdaging om dit op een al eerder wetenschappelijke manier te benaderen, erop te reflecteren en te onderzoeken.

  p 14

9 De leerlingen kunnen de OVUR-strategie toepassen: (ET 10)
   bij de planning en uitvoering van en bij de reflectie op de spreektaken/gesprekstaken:
  hun spreek- en gespreksdoel(en) bepalen (o);
  de communicatiesituatie juist inschatten (o);
  uitmaken in welke situatie welk register aangewezen is (o);
  zich een beeld vormen van hun publiek (o);
  hun voorkennis inzetten (v);

Deze doelen gelden voor de vier taalvaardigheden.

p 18
          wat taalregister betreft:
·                     de woorden gebruiken die bij een bepaalde context horen;
·                     mensen op passende wijze aanspreken.